Bij het aansluiten van een nieuw apparaat bestaan verschillende aansluitingen voor stroom. Het gaat bij elektriciteit om de stroomsterkte die maximaal wordt toegelaten. Deze maximale stroomsterkte wordt begrensd door zekeringen. Deze zekeringen hebben een bepaalde doorlaatwaarde. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen de 1 fase aansluiting en de 3 fase aansluiting. Tussen deze aansluitingen zitten grote verschillen. Het grootste verschil is het grotere vermogen dat de 3 fase aansluiting levert. De doorlaatwaarde van een 3 fase aansluiting is aanzienlijk groter dan de doorlaatwaarde van een 1 fase aansluiting. Voor het bepalen van de juiste aansluiting is het verstandig een elektricien in te schakelen. Deze elektricien kan ook helpen met het verbinden van de apparatuur met de meterkast. De 1 fase ansluitingVeel huizen zijn aangesloten op het elektriciteitsnet met een 1 fase aansluiting. De meeste huishoudelijke apparaten zijn geschit voor deze 1 fase aansluiting. Dit zijn apparaten die niet extreem veel stroom verbruiken. Bij deze aansluiting heeft de elektriciteitskabel in de meterkast twee draden. Een 1 fase groepenkast is in de meterkast te herkennen aan het aantal draden dat uit de groepenkast komt. Op het moment dat er twee draden onder de groepenkast vandaan komen is het een 1 fase groepenkast. De 3 fase aansluitingBij een 3 fase aansluiting komen niet twee, maar vier draden de meterkast binnen. De 3 fase aansluiting is dus een grotere aansluiting dan de 1 fase aansluiting. Hierdoor levert deze aansluiting een groter vermogen. Apparaten die een hoger energieverbruik hebben kunnen het beste gebruik maken van de 3 fase aansluiting. Hierbij kan je denken aan een sauna of een bubbelbad. Ook bij veel fabrieken en kantoren wordt de 3 fase aansluiting gebruikt. Ook een 3 fase aansluiting is in de meterkast te herkennen aan het aantal draden dat uit de groepenkast komt. Er komen in totaal vier draden uit de onderkant van de groepenkast bij een 3 fase groepenkast.
Bij Linkbuilding tekst zijn het zoekwoord en de link het belangrijkste, het onderwerp en het inhoud zijn minder belangrijk. De tekst mag dus over van alles gaan, zolang het maar bij het zoekwoord past. Schrijf dus niet voor de link, maar over een algemener onderwerp. Schrijf het liefst over een onderwerp waar je veel van weet, en waar je geen onderzoek voor hoeft te doen. beslis snel over een onderwerp, overschat de tekst niet. Maak voordat je begint met schrijven eerst je hele document vast in orde om aan de slag te gaan. Bedenkt al je titels en dus onderwerpen al en schrijf die in je document, ze hier de zoekwoorden en de linkjes bij. Als je gaat schrijven: zet je document links en rechts een websites voor inspiratie. Zoek op internet over het onderwerp en schrijf erover in je eigen woorden. Je kan ook de inspiratie kopiëren en in je eigen woorden opschrijven. Probeer elk beetje informatie op een uitgebreide manier te schrijven, door er een beetje omheen te draaien en veel bijvoeglijke naamwoorden te gebruiken. Als de tekst af is, lever je het in. De manier van aanleveren staat in de google sheet onder het kopje overig. Als er niets staat is een link voldoende. Als er staat alle teksten in 1 bestand; je doet alle teksten in een bestand. Doe dan als titel de naam van het bedrijf en het aantal teksten. Zet je word document in google drive, geef iedereen toegang tot het document ( share/delen 🡪 Get link 🡪 dropdown menu 🡪 anyone with the link 🡪 viewer veranderen in editor 🡪 done), kopier de link en zet deze in de spreatsheet bij Google doc link
|